Description
‘Hoe wil je dan dat ik je help?’ Met deze zin zette ik haar aan het denken. Ik had volgens mij tot nu toe niet veel te doen met dit alles. . ‘Ik vroeg me gewoon af of jij misschien in mijn plaats naar die introweek zou willen gaan?’ Mijn wereld stond even stil. Wat bedoelde ze precies met 'in mijn plaats naar die introweek gaan'? Bedoelde ze dat ik me voor moest doen als haar? Dat was toch onmogelijk? Ik was een jongen, zij was een meisje. We hadden misschien een paar gelijke genen, maar hield het daar niet bij op? Dit idee was bizar, niet waar? Ja, zo dacht ik er over, maar iets had me er toe gezet om met het voorstel in te stemmen. En ik had nooit gedacht dat ik dit zou zeggen: maar een week in het leven van mijn zusje was veel te kort. Het liefst bleef ik voor eeuwig op die school, maar dan als mezelf.
Voorwoord
